Lucas 14,25-33
- Vierdag: 5-9-2010, 12e van de zomer
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 14,25-33
- Vertaler: Marianne Storm
Vertaling
25 Vele scharen gingen met hem voort,
hij keerde zich om
en zei tegen hen:
26 als iemand tot mij komt
en niet zijn vader, moeder, vrouw, kinderen, broers, zussen,
kan hij niet mijn leerling zijn.
27 Al wie niet zijn eigen kruis meesleept3
en achter mij aankomt,
kan niet mijn leerling zijn.
28 Want wie onder jullie die een toren wil bouwen
zal niet eerst gaan zitten om de kosten te berekenen,
of hij voldoende heeft voor de voltooiing;
29 hij wil voorkomen dat,4
als hij het fundament gelegd heeft,
maar niet in staat is het af te maken,
alle toeschouwers hem beginnen te bespotten
30 en zeggen:
deze mens begon te bouwen
maar hij was niet in staat het af te maken.
31 Of welke koning trekt op
om met een andere koning in een oorlog strijd te leveren
en gaat niet eerst zitten om te beraadslagen
of hij bij machte is met tien duizendtallen hem tegemoet te treden
die met twintig duizendtallen op hem afkomt?5
32 zo niet, dan zal hij,
terwijl hij nog ver weg is,
een gezantschap sturen
en vragen naar wat tot vrede leidt
33 Zo geldt voor ieder onder jullie:
wie niet afscheid neemt van al wat hij bezit6
kan niet mijn leerling zijn.