Marcus 9,30-37
- Vierdag: 20-9-2009, 1e van de herfst
- Boek: Marcus
- Perikoop: Marcus 9,30-37
- Vertaler: Kees Meijer
Vertaling
30
Vandaar weggaand,
trokken zij door Galilea.
Hij wilde niet dat iemand het wist.
31
32
Zij echter begrepen3 dit woord niet
en zij vreesden hem te vragen.
33
Zij kwamen in Kapernaüm aan,
en in het huis gekomen
vroeg hij hen:
waarover overlegden4 jullie onderweg?
34
35
Toen hij zat
riep hij de twaalf
en zegt tegen hen
indien iemand de eerste wil zijn,
zal hij van allen de laatste zijn
en van allen de dienaar.
36
37
al wie een van zulke kinderen ontvangt
in mijn naam,
ontvangt mij;
en al wie mij ontvangt,
ontvangt niet mij,
maar hem die mij heeft gezonden.
Noten
- heel mooi in De Naardense Bijbel en de Willibrord vertaald: was bezig onderricht te geven/te onderwijzen↩︎
- gewijzigd na de terechte opmerking van Harry Pals↩︎
- naar grondbetekenis: niet weten, onkundig zijn↩︎
- letterlijk: discussiëren, woorden hebben, overwegen, redeneren↩︎
- in het grieks hetzelfde woord als het ‘overleggen’ in het vorige vers↩︎
- zelfs letterlijk: knuffelen↩︎