Thomas
- Vierdag: 19-4-2009, 2e van Pasen
- Boek: Johannes
- Perikoop: Johannes 20,19-31
- Vertaler: Klaas Eldering
Vertaling
19
Toen het nu laat geworden was
op die eerste dag van de week
en de deuren afgesloten waren
waar de leerlingen waren
uit angst voor de Joden,
kwam Jezus,
ging in het midden staan
en zei tot hen:
Vrede voor jullie!
20
Terwijl hij dat zei
toonde hij hen z’n handen en z’n zij;
de leerlingen waren verheugd
toen zij de Heer zagen.
21
En weer zei hij tot hen:
Vrede voor jullie!
Zoals de Vader mij gezonden heeft,
zend ik ook jullie.
22
Terwijl hij dit zei, blies hij op hen
en zei tot hen:
Ontvang heilige geest;
23
van wie jullie de zonden vergeven,
hen wórden ze vergeven;
van wie jullie ze laten gelden,
die blijven gelden.
24
Thomas, één van de twaalf,
ook wel ’tweelingbroer’ genoemd,
was niet bij hen toen Jezus was gekomen.
25
De andere leerlingen zeiden hem:
Wij hebben de Heer gezien!
Hij zei tot hen:
Als ik niet zien mag in zijn handen
de wond van de spijkers
en mijn vinger niet steken mag
in de wond van zijn spijkers
en mijn hand niet mag steken
in zijn zij,
vertrouw ik het zeker niet.
26
Na acht dagen
waren zijn leerlingen weer binnen
en Thomas was bij hen.
Jezus kwam,
terwijl de deuren gesloten waren,
ging in het midden staan en zei:
Vrede voor jullie!
27
Vervolgens zegt hij tot Thomas:
breng je vinger hier
en zie mijn handen
en breng je hand
en steek die in mijn zij;
wees niet wantrouwend,
maar vertrouw!
28
Thomas antwoordde en zei tot hem:
mijn Heer en mijn God.
29
Jezus zegt tot hem:
omdat je me gezien hebt,
ben je gaan geloven?
Zalig die niets zien en gaan geloven!
30
Jezus heeft ook nog vele andere tekenen gedaan
tegenover zijn leerlingen
die niét beschreven zijn in dit boek;
31
maar déze zijn beschreven opdat jullie geloven
dat Jezus is de Christus, de zoon van God,
en opdat jullie die dit geloven
leven hebben in zijn naam.