Johannes 16,16-24
- Vertaling: Marianne Storm
- voor 27 april 2008: 6e van Pasen (A-jaar)
- uit Johannes: Johannes 16,16-24
Inleiding: Jezus spreekt met zijn leerlingen over de “komende tijd” van vreugde en droefenis. De geest der waarheid zal komen en die zal niet uit zichzelf spreken maar spreken wat zij hoort. En in dat licht gaat het verder:
Noten
-
In een poging “begrijpelijk” te vertalen worden soms in de NBV“verhaalpersonen” verkeerd neergezet, ze raken uit het zicht of uit het gehoor. In vs 18 is “Wat bedoelt hij toch?” een legitieme interpretatie van de passage maar in het Grieks worden meer personen gebruikt: “wij weten niet” en “hij spreekt”. Ook hier een contrast verwaarloosd.↩︎
-
De woorden in deze passage voor “droefheid” en “vreugde” in het grieks lupeo en lupè en chairomai en charis worden gevarieerd vertaald. Dit kan afbreuk doen aan de kracht van deze begrippen waardoor ook het contrast waarin ze hier staan, in sterkte verliest. Nu is het denkbaar dat men in verband met het baren voor “pijn” kiest; m.i. kan “droefheid” wanneer je de bijzin met oti erop laat slaan; dan heeft het niet direct met het concrete, pijnlijke baren te maken. Misschien is “smart(en) ondervinden” een alternatief.↩︎
-
In vs 21 geeft het werkwoord gennao ook problemen in dit opzicht. Pieter Oussoren handhaaft eenzelfde vertaling voor het werkwoord: eerst ten aanzien van de tweede aoristusvorm bij de vrouw: “zij heeft voortgebracht” en dan ten aanzien van de mens: “hij is ter wereld gebracht”.
Ook hier biedt de NBV interpretaties die de tekst geen recht doen: de eerste vorm is er vertaald met “haar kind is geboren” en de tweede met “is ter wereld gekomen”.↩︎
-
interessant, zegt Klaas Eldering, nu de rollen omgedraaid: ik zal jullie weerzien, ipv jullie zullen mij weer zien.↩︎