Zie, ik zend mijn bode
- Vierdag: 10-12-2006, 2e van de Advent
- Boek: Maleachi
- Perikoop: Maleachi 3,1-4
- Vertaler: Johannes Willem Mazurel
Vertaling
2, 17
Jullie vermoeien Jhwh met jullie woorden
en jullie zeggen
Waarmee vermoeien wij [hem] ?
Doordat jullie zeggen:
Ieder die kwaad doet is goed in de ogen van JHWH
aan hen heeft hij welgevallen
of [zeggen] :
Waar is de god van het recht?
1
Zie, ik zend mijn bode
hij zal de weg voor mij uit in orde maken.
Plotseling zal hij naar zijn tempel komen
de heer die jullie zoeken
de bode van het verbond aan wie jullie welgevallen hebben
zie, hij komt
zegt JHWH van de legerscharen.
2
Maar wie kan de dag van zijn komst bevatten
wie is degene die staande kan blijven
wanneer hij zich laat zien?
want hij is als het vuur van de smelter
en als het loog van de reinigers van huiden.
3
Hij zal zich neerzetten
[als] een smelter en reiniger van zilver
hij reinigt de Levieten
als goud en als zilver
zij zullen er voor JHWH zijn
brengers van het offer in oprechtheid
4
en welgevallig zal JHWH zijn
het offer van Juda en Jeruzalem
zoals in de dagen van het grijze verleden
zoals in de jaren van voorheen.
5
Ik zal tot jullie naderen om recht te doen
ik zal snel met mijn getuigenis zijn
tegen de tovenaars, tegen de echtbrekers,
tegen degenen die leugenachtig zweren
tegen degenen die het loon van de dagloner drukken
[die] weduwe en wees [onderdrukken]1
en de vreemdeling terzijde dringen
en mij niet vrezen
zegt JHWH van de legerscharen.
Noten
- Omdat met het hier voor ‘drukken’ gebruikte werkwoord kennelijk ook het ‘onderdrukken’ van weduwe en wees wordt bedoeld is dat werkwoord in de vertaling toegevoegd.↩︎