Heb je vijanden lief

Vertaling

26
Wee jullie, wanneer alle mensen goed over je spreken.
Net zo spraken jullie vaders over de valse profeten.
27
Maar tegen jullie, die horen, zeg ik:
Heb je vijanden lief,
doe goed aan hen die jullie haten.
28
Zegen hen die jullie vervloeken,
bid voor hen die jullie krenken.
29
Houd hem, die jou op de wang slaat
ook de andere voor
en onthoud hem, die je jas afpakt,
ook je hemd niet.
30
Geef aan ieder die iets van je vraagt,
en als iemand afpakt wat van jou is,
vraag het niet van hem terug.
31
Zoals jullie willen dat de mensen jullie behandelen,
moeten jullie hen op dezelfde manier behandelen.
32
En indien jullie hen liefhebben, die jullie liefhebben,
wat is daar voor verdienstelijks aan?
Want ook zondaars hebben lief, die hen liefhebben.
33
En indien jullie goed doen
aan wie jullie goed doen,
wat is daar voor verdienstelijks aan?
Want ook de zondaars doen hetzelfde.
34
En indien jullie geld uitlenen aan hen,
van wie jullie het hopen terug te ontvangen,
wat is daar voor verdienstelijks aan?
Ook zondaars lenen geld aan zondaars uit,
om het zelfde bedrag terug te ontvangen.
35
Heb echter je vijanden lief
doe goed
en leen uit zonder het terug te verwachten;
en jullie loon zal groot zijn
en jullie zullen kinderen van de Allerhoogste zijn,
want hij is welwillend
tegenover ondankbaren en boosaardigen.
36
Wees barmhartig
zoals jullie vader barmhartig is.
37
en oordeel niet,
en jullie zullen niet geoordeeld worden.
Veroordeel niet,
en jullie zullen niet veroordeeld worden.
Schenk vergeving,
en aan jullie zal vergeving geschonken worden.
38
Geef!
en aan jullie zal gegeven worden.
Een goede maat,
aangedrukt, geschud, overlopend,
zal men jullie in de schoot geven.
Want met de maat waarmee jullie hen toemeet
zullen jullie op je beurt toegemeten krijgen.
Scroll naar boven