Gelijkenis van de wijngaard
- Vierdag: 25-3-2007, 5e van de 40 dagen
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 20,9-19
- Vertaler: Rochus Zuurmond
Vertaling
9
Hij begon de menigte deze gelijkenis te vertellen:
Een mens legde een wijngaard aan1
verhuurde deze aan wijnbouwers
en ging voor lange tijd op reis.
10
Toen het de tijd ervoor was2
stuurde hij een dienaar naar de wijnbouwers
opdat ze hem van de vrucht van de wijngaard zouden geven.
Maar de wijnbouwers sloegen hem
en stuurden hem met lege handen weg.
11
Hij zette door en stuurde een andere dienaar.
Ze sloegen ook die, beledigden hem en stuurden hem met lege handen weg.
12
Maar hij zette door en stuurde een derde.
Maar ook deze verwondden ze en wierpen ze uit.
13
Toen zei de heer van de wijngaard:
Wat kan ik nog doen?
Ik zal mijn zoon, de geliefde3, sturen.
Misschien respecteren ze hem.
14
Maar toen de wijnbouwers hem zagen
overlegden ze met elkaar en zeiden:
Dit is de erfgenaam.
Laten wij hem doden,
dan zal de erfenis ons toebehoren.
15
Zij wierpen hem uit de wijngaard en doodden hem.
Wat zal de heer van de wijngaard nu met hen doen?
16
Hij zal komen,
deze wijnbouwers verdelgen4
en de wijngaard aan anderen geven.
Toen zij dit hoorden zeiden zij:
dat nooit.
17
Maar hij keek hen aan en zei:
Waarvoor is dan dit schriftwoord:
“De steen die de bouwlieden afkeurden
die is geworden tot hoeksteen5
18
19
In dat uur proberen de schriftgeleerden en hogepriesters de hand(en) aan hem te slaan
– maar ze zijn bang voor de menigte –
want zij wisten dat hij deze gelijkenis had verteld
doelend op hen.