een rijkaard wordt gered!

Vertaling

1
En na binnenkomst ging hij door Jericho
2
Kijk, een man die Zacheüs1 heette.
hij was hoofdtollenaar
en hij was rijk’.2
3
Hij probeerde te zien wie Jezus was,
maar hij kon het niet vanwege de menigte,
want hij was klein van stuk.
4
Nadat hij vooruit gehold was
klom hij in een vijgenboom
om hem te zien
want hij zou daar langs komen.
5
En toen Jezus bij die plek kwam,
keek hij omhoog en zei tot hem:
‘Zacheüs
kom snel naar beneden’3
want vandaag moet ik in jouw huis verblijven!’
6
En hij kwam snel naar beneden
en ontving hem met blijdschap.
7
Zij die het zagen, mopperden allen en zeiden:
‘Hij is bij een zondig man binnengegaan om daar uit te rusten!’
8
Maar Zacheüs stond op en zei tegen de Heer:
“Kijk, de helft van mijn bezit, heer!
geef ik aan de armen.
En voorzover4 ik iemand iets heb afgeperst.}
geef ik het nu5 viervoudig terug.’
9
Jezus zei tegen hem:
‘Vandaag is er redding gekomen voor dit huis
want ook hij is een zoon van Abraham.
10
Want de mensenzoon kwam6 om te zoeken en te redden wat verloren is.’

Noten

  1. In dit deel komen we eigennamen als volgt tegen: Zacheüs – Jezus; Jezus – Zacheüs; Zacheüs – Jezus; beide eigennamen dus drie maal. Onnodig in dit deel zes maal Jezus en vier maal Zacheüs’ naam te laten horen, zoals in NBV gebeurt.↩︎
  2. Dit heeft nadruk! Dus beter niet “een rijke hoofdtollenaar” (NBV).↩︎
  3. Let op: ‘Kom snel naar beneden’ parallel met ‘Hij kwam snel naar beneden.’↩︎
  4. “… does not put the fact of extortion in doubt, but rather its extent.” I.H. Marshall, The Gospel of Luke, 1978, 698.↩︎
  5. Praesens met betekenis van futurum: “… confident assertions intended to arrest attention with a vivid and realistic tone or else with imminnent fulfilment in mind…” J.H. Moulton, A Grammar of New Testament Greek, vol. III, 1988, 63.↩︎
  6. Vgl. “kwam” in v. 5.↩︎
Scroll naar boven