Handelingen 6,1-7
- Vierdag: 22-4-2007, 3e van Pasen
- Boek: Handelingen
- Perikoop: Handelingen 6,1-7
- Vertaler: Adriaan Soeting
Vertaling
Handelingen 6:1-6
1
In die dagen
toen het aantal der leerlingen groeide
ontstond er gemor bij de Griekssprekenden
tegen de Arameessprekenden,
omdat hun weduwen achtergesteld werden
bij de dagelijkse verzorging.
2
De Twaalf (apostelen) riepen
de gehele gemeente van de leerlingen bijeen
en zeiden:
Het is niet goed
dat wij de tafels bedienen
en (de verkondiging van) het woord van God veronachtzamen.
3
Daarom moeten jullie, broeders en zusters, omzien
naar zeven mannen uit uw midden,
die goed bekend staan,
en die vervuld zijn van geest en wijsheid;
die zullen wij in deze dienst aanstellen.
4
Wij zullen ons wijden
aan het gebed en de bediening van het woord.
5
En dit voorstel vond bijval bij de gehele gemeente.
En zij kozen Stefanus
een man vervuld van geloof en heilige geest,
en Filippus en Prochoros,
Nicanor en Timon,
Parmenas en Nicolaüs,
een proseliet uit Antiochiƫ.
6
Deze mannen stelden zij voor de apostelen
en die legden hun, na gebeden te hebben,
de handen op.
7
En het woord van God verbreidde zich
en het aantal leerlingen in Jeruzalem nam zeer toe.
Ook een aanzienlijke groep priesters aanvaardde het geloof.