Verleiding tot zonde
- Vierdag: 1-10-2006, 2e van de herfst
- Boek: Marcus
- Perikoop: Marcus 9,38-50
- Vertaler: Adriaan Soeting
Vertaling
38
Johannes zei tegen hem:
Meester, wij hebben iemand gezien
die in uw naam boze geesten uitdreef
en wij trachtten het hem te beletten,
omdat hij ons niet volgde.
39
Maar Jezus zei:
Belet het hem niet,
want er is niemand die een wonder zal doen
in mijn naam
en kort daarna kwaad van mij zal kunnen spreken.
Want wie niet tegen ons is, is vóór ons.
41
Wie jullie een beker water te drinken geeft
omdat1 jullie bij Christus horen,
voorwaar, ik zeg jullie,
dat hem zijn loon zeker niet zal ontgaan.
42
En wie één van deze gering geachten die in mij geloven
tot zonde verleidt, zou beter afzijn
als hem een molensteen om zijn hals was gedaan
en hij in de zee was geworpen.=
43
En als je hand je tot zonde verleidt,
hak hem af!
Het is beter dat je verminkt ingaat tot het leven
dan dat je met twee handen afdaalt in de Gehenna,
in het onblusbare vuur.
45
2 En als je voet je tot zonde verleidt,
hak hem af!
Het is beter dat je kreupel ingaat tot het leven
dan dat je met twee voeten in de Gehenna geworpen wordt.
47
3 En als je oog je tot zonde verleidt,
ruk het uit!
Het is beter met één oog in te gaan
in het koninkrijk van God,
dan dat je met twee ogen in de Gehenna geworpen wordt,
48
waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgaat4 .
49
Want ieder zal met zout gezouten worden.
50
Het zout is iets goeds!
Als het zout echter zijn kracht tot zouten verliest,
waarmee zullen jullie het zijn zoutkracht weergeven?
Jullie moeten zout in je zelf hebben
en onder elkaar vrede bewaren.