Genesis 18,1-15
- Vertaling: Karel Deurloo
- voor 8 oktober 2006: 3e van de herfst (B-jaar)
- uit Genesis: Genesis 18,1-15
Deze en volgende teksten uit Genesis zijn sterk schatplichtig aan de vertaling der Societas Hebraica Amstelodamensis, en bewerkt door Karel Deurloo
Noten
-
De NBV voegt hier ‘opnieuw’ in. Hoewel vergelijking van de grondtekst met de NBV telkens zeer nuttig is en de lezers spitst op punten die ook voor de preek belangrijk zijn, wordt er slechts een enkele keer naar verwezen.↩︎
-
De auteurs tekenen de aartsvaders in het bedoeienenleven, dat ze uit eigen aanschouwing kennen, ( het bestaat tot de dag van vandaag). Genesis 18 is daarvan wellicht het mooiste voorbeeld: De scène begint met de siësta.↩︎
-
Voor de tweede keer. Straks zal Sara deze plaats van Abraham innemen, omdat speciaal zij in dit verhaal moet worden aangesproken.↩︎
-
deze mas. vocalisatie omdat straks JHWH optreedt.↩︎
-
NBV op krachten komen. Zegt men dat in het Ned. Niet van zieken?↩︎
-
Liever niet parafraseren, vanwege het verband met het thema, vgl vs 14.↩︎
-
Een uitdrukking die alleen nog voorkomt in 2 Kon. 4,16 vv., in een verwante context.↩︎
-
I.p.v. >dan heeft SaraY= omdat op de zoon de nadruk moet vallen.↩︎
-
Met hem moet Abraham bedoeld zijn zodat JHWH zich via hem impliciet tot haar wendt.↩︎
-
NBV: >Zou de liefde voor mij dan nog weggelegd zijn= is wel een heel merkwaardige parafrase. In welk Nederlands genre hoort dat zinnetje thuis?↩︎
-
>heer=, taal van een bedoeienenvrouw. Positieve censuur (>mijn man=) is hier niet op zijn plaats. [ Vgl. 1 Petrus 3,6 NBV: >en noemde hem “heer”]↩︎
-
Een pregnante uitdrukking: Zou zijn hand te kort zijn om een gesproken woord te volvoeren? Vgl. Jer.32,27.↩︎
-
Net als in 17,17 ontdekt men in het Hebreeuws hier de naam Isaak, Yitschaq: k.[y ts.ch.q.]t. [vgl idem Ismaël in 21,17]. Voorts een voorbeeld dat de vertaling van lo= met >ja= in het Nederlands beter klinkt.↩︎