Lucas 3,1-6
- Vertaling: Adriaan Soeting
- voor 10 december 2006: 2e van de Advent (C-jaar)
- uit Lucas: Lucas 3,1-6
Noten
-
In de vertaling heb ik de gevarieerde stijl van vs. 1 pogen weer te geven. We horen achtereenvolgens:
naam — ambt,
naam — ambt — gebied,
ambt — gebied — naam,
naam — ambt — gebied,
naam — gebied — ambt.↩︎
-
“Woord van God” hier tehandhaven, i.t.t. NBV!↩︎
-
“roepen” hier handhaven, zoals dat ook in Jes. 40:3 (BH en LXX, en in NBV!) te horen is.
Bovendien bewaren we zo de achtergrond van een nederlandse uitdrukking.↩︎
-
m.i. beter dan “geslecht” (NBV). Vgl. “Luke may have seen significance in the use of tapeinoô to express the humbling of the proud”(I.H.Marshall, The Gospel of Luke [NIGTC], 1978).↩︎
-
“Al wat leeft” (NBV) zeker niet per se onjuist (maar zie ook πᾶσα σὰρξ in Hand. 2:17; cf. Mrk. 13:20// Mat.24:22), maar het is goed dat “vlees” als bijbels spraakgebruik hoorbaar blijft.↩︎