Marcus 6,6-13
- Vertaling: Karel Deurloo
- voor 16 juli 2006: 4e van de zomer (B-jaar)
- uit Marcus: Marcus 6,6-13
NBG ’51, overgenomen uit de Bijbelse Bibliotheek
6
En Hij ging de omliggende dorpen rond en leerde.
7
En Hij riep de twaalven tot Zich
en begon hen uit te zenden,
twee aan twee,
en gaf hun macht over de onreine geesten.
8
En Hij gebood hun niets mede te nemen voor onderweg,
dan alleen een staf;
geen brood, geen reiszak, geen geld in de gordel,
9
maar wèl sandalen aan de voeten te dragen
en: trekt niet twee hemden aan.
10
En Hij zeide tot hen:
Als gij eenmaal ergens een huis zijt binnengegaan,
blijft daar dan,
totdat gij vandaar vertrekt.
11
En indien een plaats u niet ontvangt
en zij niet naar u luisteren,
gaat daarvandaan
en schudt het stof af, dat aan uw voeten is1, hun tot een getuigenis.
12
En zij vertrokken
en predikten,
dat zij zich zouden bekeren.