Ezechiël 33,7-11
- voor 10 september 2023: 12e van de zomer (A-jaar)
- uit Ezechiël: 33,7-11
- Vertaling: Adri van der Wal
Vertaling
7
8
9
Jij,
wanneer jij iemand die slecht handelt, waarschuwt voor zijn levenswijze
dat diegene zich daarvan af moet keren,
maar diegene keert zich niet af van zijn levenswijze,
dan zal diegene door zijn schuld sterven,
maar jij,
jij hebt jouw leven gered.
10
11
Zeg tegen hen:
Zo waar Ik leef,
– uitspraak van de Heer, de Eeuwige –
Ik schep geen behagen in de dood van degene die slecht handelt,
maar wel in het zich afkeren van degene die slecht handelt, van zijn levenswijze,
zodat hij blijft leven.
Keer je af,
keer je af van jullie verkeerde levenswijzen!
Waartoe10 zouden jullie sterven, huis van Israël?
Noten
- Letterlijk: de wacht houder, participium als aanduiding van een statische situatie↩︎
- Het perfectum zou ook performatief opgevat kunnen worden: ‘geef Ik jou’.↩︎
- Of: ‘heb ik jou gesteld over’.↩︎
- Huis = Volk (zie vv. 7,10,11)↩︎
- Lett. ‘vanuit’.↩︎
- Lett. weg (zie ook in vv. 8,9 [2x] en 11 [2x]).↩︎
- Lett. ‘uit jouw hand’.↩︎
- כי is emfatisch opgevat.↩︎
- Participium als aanduiding van een statische situatie.↩︎
- למה kijkt vooruit; onderscheiden van מדוע, dat terugkijkt.↩︎