Lucas 2,33-40
- Vierdag: 29-12-2019, 8e Kerstdag
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 2,33-40
- Vertaler: Kees Meijer
Vertaling
34
35
36
37
en nu was zij weduwe,
zo´n vierentachtig jaren.
Zij was nooit weggegaan uit de tempel,
en dient God met vasten en gebeden,
nacht en dag.
38
En zij kwam op dat moment dichterbij,
zij bracht God dank
en sprak over hem tot allen
die de verlossing van Jeruzalem verwachtten.
39
En toen zij alles volbracht hadden wat naar de wet van de Heer10 (was),
keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazareth.
40
Het kind groeide op en werd sterk,
vervuld van wijsheid,
en Gods genade was op hem.
Noten
- een aantal handschriften hebben Jozef i.p.v.. vader↩︎
- `zijn´ toegevoegd door de handschriften die `Jozef´ hebben↩︎
- Is dat omdat zij de woorden van Jesaja 8:18 herkennen in de woorden van Simeon, als iets wat nu kennelijk uitkomt?↩︎
- Willibrord: omstreden.↩︎
- Het Griekse woord voor teken (σεμειον) lijkt haast een woordspeling op de (vergriekste) Hebreeuwse naam Simeon: verhoring/gehoorde/verhoorde.↩︎
- opinies, meningen↩︎
- Letterlijk: een apocalyps↩︎
- komt van het hebreeuwse חַנָּה en dat komt van het werkwoord חֲנַן(over iemand neer) buigen, genadig zijn; wortel: חֵן↩︎
- letterlijk: was gereisd door vele dagen.↩︎
- Opnieuw “ de wet”, net als vers 22/23. De rand om de lezing heen is de wet die door wetsgetrouwe, vrome mensen wordt volbracht.↩︎