Exodus 16,1-12

 


Geschenk en oefening in één

Exodus 16 is een ingewikkelde tekst, met profetische en priesterlijke delen. Met andere woorden: dit gedeelte is net zo ingewikkeld als het leven zelf. Voor spirituele levenslessen zoek je maar een goeroe.

Het verhaal over de dorst in de woestijn eindigde in Exodus 15:27 paradijselijk. Kamperen in Elim, met zijn twaalf waterbronnen en 70 dadelpalmen, het ideaal van de moderne touroperator. Maar dat was het beloofde land nog niet. De tocht gaat verder

1
Ze vertrokken van Elim.
Heel de gemeente van de kinderen van Israël kwam aan in de woestijn Sin,
tussen Elim en Sinaï,
op de 15e dag van de tweede maand na hun vertrek uit het land Egypte.
 
2
Toen maakte heel de gemeente van de kinderen van Israël verwijten aan Mozes en Aäron.
3
De kinderen van Israël zeiden tegen hen:
Waren we maar gestorven door de hand van JHWH in het land Egypte,
waar we bij de vleespot zaten,
waar we genoeg brood te eten hadden.
Immers,jullie hebben ons daar uit gebracht naar deze woestijn,
om heel deze gemeente van honger te laten sterven.
 
4
JHWH zei tegen Mozes:
Ik ga voor jullie brood laten regenen uit de hemel.
Dan moet het volk er op uitgaan om te verzamelen wat er per dag nodig is.
De bedoeling is dat ik het volk ga testen of het mijn instructie volgt of niet.
5
Op de zesde dag namelijk, wanneer ze gaan bereiden wat ze meebrengen,
dan zal er nog een tweede portie blijken te zijn,
boven wat ze elke dag verzamelen.
 
6
Mozes en Aäron zeiden tegen al de kinderen van Israël:
Wanneer het avond is, zullen jullie beseffen
dat JHWH jullie uit Egypte heeft gebracht.
7
En wanneer het ochtend is zullen jullie de glorie van JHWH zien,
omdat hij jullie verwijten aan JHWH hoorde.
En wij, wat zijn wij, dat jullie aan ons verwijten maken?
 
9
Mozes zei tegen Aäron,
Zeg tegen heel de gemeente van de kinderen van Israël:
Jullie moeten voor JHWH naderen,
want hij heeft jullie verwijten gehoord.
10
Op het moment dat Aäron tot heel de gemeente van de kinderen van Israël sprak
en zij zich naar de woestijn keerden,
is de glorie van JHWH verschenen in de wolk.
 
11
JHWH sprak tot Mozes:
12
Ik heb de verwijten van de kinderen van Israël gehoord.
Spreek tot hen:
Tussen de avonden zullen jullie vlees eten.
En in de ochtend zullen jullie verzadigd worden van brood.
Dan zullen jullie beseffen dat ik JHWH, jullie God, ben.
 
Scroll naar boven