Johannes 18

 


Koning, priester, offer

Het lijdensverhaal volgens Johannes wijkt in diverse opzichten af van dat van de synoptici. Belangrijk is allereerst de datering: Jezus´ laatste maaltijd met zijn leerlingen is geen Seiderviering, maar vindt plaats op de dag vóór Pesach, wat tot gevolg heeft dat Jezus´ dood samenvalt met het slachten van de paaslammeren. Bovendien geldt ook in het lijdensverhaal, wat in heel het Johannesevangelie het geval is: Jezus is zelf nadrukkelijk de handelende persoon. De weg die hij gaat overkomt hem niet, maar wordt door hemzelf zo gekozen. Zo lezen we geregeld dat hij weet wat er gebeuren zal (13:3; 18:4; 19:28) en dat hij de gebeurtenissen in de hand heeft, of liever, dat hij zich voegt naar Gods wil, evenals de anderen in het drama dat moeten doen (vgl. bijv. 19:11).

Johannes legt er alle nadruk op dat Jezus de koning is, die zijn koningschap begint (vgl. de vele keren dat hij in het lijdensverhaal koning heet, 18:33,37,39; 19:3,12,14,15,19,21). Dat hij de ware hogepriester is, wordt nergens expliciet gezegd maar wel verborgen verondersteld; zie hiervoor het kleed zonder naad in 19:23 dat een verwijzing moet zijn naar het kleed van de hogepriester (Ex. 31:10; 28:32).1 Ook dat Jezus zelf het offer is, moeten we heel indirect ervaren. De gelijktijdigheid van de kruisiging en het slachten van de paaslammeren is alleen duidelijk voor de ingewijde, evenals de associatie van de gebonden Jezus (18:24) met de eveneens gebonden en even offerbereide Isaak bij diens `offer´.2

Het probleem bij het lijdensverhaal, óók met al deze associaties is, dat het allemaal zo beschrijvend is. Waartoe dient dit alles, vraagt zich de lezer af die het verhaal onbevangen probeert te horen, niet al ingekleurd door bijvoorbeeld een paulinische theologie van het kruis. Het meest veelzeggend zijn Jezus´ woorden tegenover Pilatus: Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid zou getuigen; een ieder, die uit de waarheid is, hoort naar mijn stem (18:37). Het woord `waarheid´ is bij Johannes geweldig belangrijk. Tegenover de sceptische levensbeschouwing van Pilatus, die met zijn `wat is waarheid´ zo dicht in de buurt van onze liberale en pluralistische gedachten over waarheid komt, getuigt Johannes dat Jezus de Waarheid is, en dat zijn leven van overgave in liefde dat laat zien.

Noten

1: Zie Strack/Billerbeck, Kommentar zum NT aus Talmud und Midrasch. München 8e dr. 1983, Bd. II, 573.

(2): Zie voor deze en vele andere observaties rondom het lijdensverhaal: J.P. Boendermaker/D. Monshouwer, Johannes de evangelist van de feesten. Zoetermeer 1993, 155-167.

Scroll naar boven