2 Koningen 17,5-34
- Vertaling: Evert van den Berg
- voor 14 oktober 2007: 4e van de herfst (C-jaar)
- uit 2 Koningen: 2 Koningen 17,5-34
De val van Samaria
Noten
-
Een lastig te vertalen regel. Letterlijk staat er: ‘waarvoor geldt: zij deden’, maar de vraag is dan wat ze deden. Verdrijven? Dat lijkt me niet. De Naardense vertaling geeft: en van Israëls koningen die dat zijn gaan doen’, maar ook dan dreigt de interpretatie dat die koningen de Kanaänieten verdreven.↩︎
-
Letterlijk huizen. Ik emendeer hier naar LXXL; MT heeft enkelvoud.↩︎
-
Hier worden uiteraard niet de (latere) Samaritanen bedoeld, al zullen latere lezers dat er wel in gehoord hebben. Vandaar mijn ‘Samariërs’; ↩︎
-
Op deze manier probeer ik de grondbetekenis van sjafat recht te doen; in het volgende vers stap ik op het ernaast liggende ‘gewoonte’ over, omdat daar meervoud staat en gewoonterechten daar misplaatst zou zijn. In vs. 34 doe ik als in Jozua: richtlijnen.↩︎