Genesis 25,19-34
- Vertaling: Karel Deurloo
- voor 29 oktober 2006: 6e van de herfst (B-jaar)
- uit Genesis: Genesis 25,19-34
Het eerstelingschap
Noten
-
Hitpa’el,alleen hier.↩︎
-
Vgl 25,32!↩︎
-
Een belangrijk Genesiswoord,vgl 13,9vv. Zie voorts 13,6, 36,7; Psalm 132.↩︎
-
Eén van de markerende woorden die twee maal voorkomen; naast het woord dat vier maal voorkomt: jouw eerstelingschap, eerstelingschap, zijn eerstelingschap, het eerstelingschap dit is beter dan ‘eerstgeboorterecht’ want het gaat om de rechten én plichten van de zoon die als eerste is geboren].↩︎
-
In dit eerste verhaal over de broeders krijgt Esau al zijn volksnaam. Jakob ontvangt zijn volksnaam Israël pas aan pas aan het eind, Gen. 32. Het is volstrekt onjuist hier in te voegen “ook wel”, zoals de NBV doet. Jakob heet immers beslist niet ook wel Israël.↩︎
-
De NBV volgt hier de onjuiste parafrase van de GNB. Voor de ongewone constructie anokhi holeek vgl Gen 15:2. Alle eerstelingen sterven [vgl het refrein van Gen. 5]. Dus: Laten we eten en drinken en vrolijk zijn’↩︎