Lucas 17,11-19
- Vierdag: 2-11-2022, Dankdag
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 17,11-19
- Vertaler: Peter Crom
Vertaling
11
12
Toen Hij een zeker dorp binnenging
kwamen er tien leproze mannen naar Hem toe
die op een afstandje bleven staan.4
13
14
15
16
En hij ging met zijn gezicht op de grond liggen voor Zijn voeten
en bedankte Hem;
deze was nog wel een Samaritaan.9
17
Jezus antwoordde hem en zei:
“Zijn niet alle tien gereinigd?
Waar zijn de andere negen?”
18
Is er van de teruggekeerden niemand anders gevonden dan alleen deze allochtoon10
om God eer te bewijzen?
Noten
- Luc. 9:51-53!↩︎
- Vgl. Mar. 9:30.↩︎
- Tussen Luc. 13:22 en Luc. 19:28.↩︎
- Vgl. Lev. 45-46.↩︎
- Een heel vroeg ‘Kyrie, eleison’.↩︎
- Vgl. Lev. 14:1-32, Luc. 5:14.↩︎
- Of ‘genezen’, maar in de oudheid werd ziekte als onreinheid, en vaak zelfs als goddelijke ‘straf’ voor een overtreding gezien of als de invloed van kwade geesten.↩︎
- Vgl. 2 Kon. 5:14-15.↩︎
- Vgl. Luc. 9:52. De Samaritanen werden door de Joden als afgescheidenen beschouwd (zie 2 Kon. 17:24-41) en leefden daarom op gespannen voet met hen. Niettemin blijft Jezus vriendelijk voor deze bevolkingsgroep, waarvoor Lucas een bijzondere aandacht heeft: zie Luc. 10:29-37 (barmhartige Samaritaan); Luc. 17:11-19 (genezing).↩︎
- Ἀλλογενής, lett. ‘van andere afkomst’: vreemdeling, niet-Jood.↩︎
- Πίστις, vertrouwen, geloof (niet in dogmatische zin). Vgl. Luc. 17:5-6.↩︎
- Σώζω, genezen, bewaren, redden, beschermen. Vgl. Mat. 9:22, Mar. 5:34, Luc. 8:48-50. e.a.↩︎