Lucas 18,9-17
- Vertaling: Societas Hebraica Amstelodamensis
- voor 27 oktober 2013: 6e van de herfst (C-jaar)
- uit Lucas: Lucas 18,9-17
Tot hen die van zichzelf geloven rechtvaardig te zijn
Noten
-
het is onzeker of Jezus hier spreekt over degenen die zichzelf rechtvaardig vinden of dat hij hen direct aanspreekt, de gebruikte zinsconstructie (Εἶπεν … πρός τινας) wijst meestal op de tweede optie, de NBV vertaalt ‘met het oog op hen’↩︎
-
bij zichzelf kan zowel een bepaling zijn bij het (rechtop) staan als het bidden, volgens Jos de Heer laat Lucas dit bewust in het midden, zodat beide opties openblijven↩︎
-
het ‘van verre staan’ is een terugkerend thema in het Sondergut van Lucas. Van de vader wordt in Lucas 15.20 gezegd dat hij zijn verloren zoon van verre ziet en ook van de 10 melaatsen lezen wij dat ze van verre blijven staan (17.22)↩︎
-
in de Naardense Bijbelvertaling weergegeven met ‘o God, verzoen u met mij, ik ben zo’n zondaar’. God wordt gebeden zijn verzoenende werk te doen↩︎
-
gerechtvaardigd perfectum), het is opvallend dat de NBV vertaalt ‘als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God’, terwijl ze het hebraïsme ‘in Gods ogen’ elders juist weglaat, vgl. Genesis 6.8↩︎
-
παρ’ ἐκεῖνον kan ook overdrachtelijk gelezen worden als ‘in tegenstelling tot’, maar in de context van de gelijkenis gaat het m.i. om een fysieke verplaatsing↩︎