Marcus 1,40-45
- Vertaling: Societas Hebraica Amstelodamensis
- voor 15 februari 2009: 6e van Epifanie (B-jaar)
- uit Marcus: Marcus 1,40-45
Reiniging van een
Wat opvalt is de intensiteit van de ontmoeting: Harten die in gesprek zijn, en een hand die de geschilferde huid aanraakt.
Noten
-
Aan de ‘huidvraat van de NBV kan ik niet wennen. Het gaat m.i. meer om het (maatschappelijk) stigma dan om de adequate diagnose van de ziekte van de man. ‘Melaats’ is dan geen verkeerde keuze↩︎
-
παρακαλέω — troosten, vermanen. Naar mijn gevoel drukt het w.w. hier intensiteit uit, zoals troost en vermaning altijd communicatie zijn van hart tot hart. Vandaar ‘dringend’↩︎
-
Nota Bene, ‘Het Boek’ vertaalt hier ‘genezen’ — dán gaat het dus wél om de ziekte, en wordt het maatschappelijk stigma helemaal wegvertaald. ‘Rein’ is een sociale term, geen medische↩︎
-
De intensiteit van vs. 40 heeft diepe gevolgen↩︎
-
haptonomie!↩︎
-
vgl. vs. 43, maar ook 29, 30, en de voetnoot dáárbij van Harry Pals↩︎
-
Vgl. Lev. 13:49↩︎
-
de man? Marcus lijkt hier onduidelijk. Bewust?
In leesrooster@yahoogroups.com schrijft Gert Knepper hierover:
Met αὐτὸν in 45b drukt de auteur uit dat het onderwerp van dat zinnetje
een ander is dan de Ὁ uit 45a.
Nu is wel de vraag: wie is de Ὁ uit 45a? Als 45b niet op Jezus zou slaan
(maar op de ex-lepralijder, wat grammaticaal mogelijk is), dan moet 45a dus
noodzakelijkerwijs wel op Jezus slaan. Ook dat is grammaticaal goed
verdedigbaar, maar we krijgen dan dus de situatie dat de voormalige patiënt
in 44 op het hart gedrukt krijgt niemand iets te vertellen; in 45 gaat Jezus
evangeliseren en het verhaal (blijkbaar: de genezing) verbreiden (d.w.z.
doen wat hij zijn patiënt uitdrukkelijk verboden had), met als resultaat dat
de oud-leproos zich niet meer in de stad kan vertonen (waarom niet?) maar
gedwongen is zich naar eenzame plaatsen te begeven, maar zonder enig
resultaat want iedereen vindt hem daar toch wel.
Grammaticaal allemaal volstrekt acceptabel, maar de opvatting met de
genezene in de hoofdrol in 45a en Jezus in 45b is toch aanzienlijk
logischer.
Dat vertalingen in 45b met ‘Jezus’ weergeven is hun oplossing van
een Nederlands probleem: voor een Griekse toehoorder is duidelijk dat “ho”
(45a) en αὐτὸν (45b) twee verschillende heren betreft; het Nederlands moet
hier expliciteren.↩︎
-
NBV: ‘wat er gebeurd was’. Daarmee gaat echter het sprekende karakter van het gebeurde verloren. Gezien het krachtige gebruik door Marcus van het woord logos elders kies ik voor ‘woord’↩︎
-
Jezus (?)↩︎